De agrarische ondernemer staat centraal

Bij de transitie naar kringlooplandbouw staat de agrarische ondernemer centraal. De kracht van de Nederlandse land- en tuinbouw is de diversiteit op bedrijfs-, sectoraal- en regionaal niveau. Van gangbaar tot biologisch, van extensief tot intensief en van veel tot weinig inzet van hightech en met een sterk fijnmazig keten- en kennisnetwerk. Het is belangrijk om deze kracht te behouden. En te versterken richting 2030.

De Nederlandse agrarische ondernemer heeft bewezen zich steeds aan te kunnen passen aan een veranderende omgeving. Van de agrarische ondernemer wordt verwacht dat hij een transitie doormaakt in de omgang met de bestrijding van ziekten, plagen en onkruiden. Maar dan moet wel die hele context worden bekeken. De agrarische ondernemer centraal stellen betekent dat wordt geprobeerd de omgeving op zo'n manier in beweging te zetten dat de agrarische ondernemer vanzelf tot de gewenste keuzes komt. Daar moet de toelevering- en afzetketen aan bijdragen. Ook moeten zij de transitie ondersteunen en stimuleren. Daarbij moet de agrarische ondernemer ondersteund worden tegen oneerlijke concurrentie van producten die onder minder duurzame omstandigheden worden geteeld en geïmporteerd. Het zou namelijk kunnen dat een duurzamer geteeld product hogere productiekosten heeft.

Twee zaken zijn daarbij van belang:

Blijvend economisch perspectief voor de land- en tuinbouw

Voor ondernemers moet er voldoende financiële ruimte zijn om te investeren in duurzaamheid en verbinding met natuur. Bijvoorbeeld door een eerlijke marktprijs te krijgen voor duurzaam geproduceerde producten. Het is hierbij van belang dat er gelijke spelregels binnen de Europese Unie zijn. Daarbij moet rekening worden gehouden met de verschillen in nationale omstandigheden.

Omslag maken

De ondernemer moet financieel en bedrijfseconomisch in staat worden gesteld om de omslag naar weerbare teeltsystemen te maken. De keten en de markt moet hiervoor in beweging komen. Hiervoor worden acties ondernomen. Daarnaast kunnen economische stimuleringsregelingen zorgen voor gedragsverandering. Ze leveren daarmee een belangrijke bijdrage bij de transitie naar weerbare planten en teeltsystemen. De mogelijkheden hiervoor worden verder onderzocht.

Beschikbaarheid van werkzame maatregelen en gewasbeschermingsmiddelen

Er is een pakket aan maatregelen en gewasbeschermingsmiddelen om ziekten, plagen en onkruiden in verschillende van de huidige teelten en gewassen adequaat te bestrijden. Maar dit beschikbare pakket is steeds minder effectief om de omschakeling naar de kringlooplandbouw te blijven beheersen. 

Twee voorbeelden hiervan:

Verbeteren toelatingssysteem

Het verbeteren van het toelatingssysteem in Europa om investeringen in de markttoegang van innovatieve gewasbeschermingsmiddelen (onder meer laag-risicomiddelen zoals microbiologische middelen) moet worden gestimuleerd. Dat kan onder andere door procedures te verbeteren en kosten omlaag te brengen. Ook moeten gewasbeschermingsmiddelen worden toegelaten op basis van de risico’s die zij met zich meebrengen. De toelating van gewasbeschermingsmiddelen moet blijven gebeuren door wetenschappelijk bewezen beoordelingsmethodieken. Deze moeten zijn opgesteld door een onafhankelijke autoriteit.

Ander opgaven

Andere opgaven zijn onder andere:

  • Passende wet- en regelgeving en de mogelijkheid om te experimenteren om nieuwe veredelingstechnieken te kunnen toepassen (bijvoorbeeld CRISPR/Cas).
  • De beschikbaarheid van belangrijke en te gebruiken kennis over de ontwikkeling en de instandhouding van een weerbaar teeltsysteem.
  • Zorgen voor de fytosanitaire (plantengezondheids) eisen en veiligheidseisen voor uitgangsmateriaal, voedsel en veevoeder (zoals bijvoorbeeld schimmelgifstoffen) in verband met de internationale handel.
  • Een samenhangende aanpak op onderwerpen die grenzen aan gewasbescherming, zoals mest (bijvoorbeeld regelgeving voor biostimulanten (producten die effect hebben op de groei en  weerstand van planten) en bodembeheer.
  • Zorgen voor handhaving zodat afspraken worden nagekomen en het niet nakomen wordt ontmoedigd.